Nebbiolo Biotypes in Barolo: Michèt, Rosé en Lampia onder de loep

Annick De Wilde
13 augustus 2025 om 17:21

Wie net als ik verliefd is op Nebbiolo, weet dat deze druif meer gezichten heeft dan je op het eerste gezicht zou denken.
Naar aanleiding van een fascinerende studie van Sarah Heller MW verschenen in Club Oenologique dook ik opnieuw in mijn cursus van Langhe Wine Ambassador.
Wist je dat er zelfs binnen Nebbiolo onderlinge verschillen zijn die de stijl van een Barolo diepgaand beïnvloeden?
Dan hebben we het over de zogenaamde biotypes (natuurlijke varianten van hetzelfde druivenras) die elk hun eigen karakter, voor- en nadelen meebrengen.

In Barolo zijn er drie hoofdspelers: Michèt, Rosé en Lampia. Daarnaast duiken er steeds vaker zeldzamere varianten op, zoals Picotener, die misschien wel de sleutel kunnen zijn voor de toekomst in een veranderend klimaat.

Wat is een biotype nu eigenlijk?

Een biotype is geen kloon (die is door de mens geselecteerd uit één ‘moederrank’ en genetisch identiek), maar een natuurlijk ontstane variant binnen dezelfde druif. Dat verschil klinkt misschien academisch, maar in de wijngaard en het glas proef je het écht.
Al sinds de jaren 1920 wordt erover gesproken in de Langhe; toen men het gewaardeerde Michèt-biotype ontdekte, en sindsdien is het onderwerp van eindeloze discussies onder wijnmakers.

Nebbiolo Biotype

Michèt, van cultstatus tot kritische herwaardering

In de jaren ’90 en vroege jaren 2000 heerste Michèt als de koning onder de Nebbiolo-biotypen. Diep van kleur, krachtig van structuur en geliefd bij zowel modernisten als hardnekkige traditionalisten. Denk aan Cappellano’s Pie Franco Michèt of G. Mascarello’s Monprivato.

Wat later aan het licht kwam: Michèt is eigenlijk een Lampia-biotype geïnfecteerd met het fanleafvirus. Dat klinkt desastreus, maar het virus maakte de trossen kleiner en de opbrengst lager, waardoor polyfenolen zich concentreerden in intens gekleurde, krachtige wijnen.
Voor veel wijnmakers was het destijds een troef.

Toch veranderde het later. De lage opbrengsten werden meer last dan luxe, het biotype is niet officieel geregistreerd voor vermeerdering, en Michèt voelt zich vooral thuis in koelere jaren en lagere tot middelhoge hellingen.
Daarbij zijn de compacte trossen gevoeliger voor rot. Het gevolg: steeds meer producenten kiezen voor andere biotypen of zoeken klonen die Michèt’s concentratie hebben, maar niet zijn nadelen, zoals bv Luciano Sandrone met zijn Vite Talin.

Rosé, de geparfumeerde verleider

Rosé is het biotype dat je verleidt met geur en elegantie: lichter van kleur, verfijnd, bloemig, met een neus als een mand vol met rozenblaadjes. Valter Fissore van Elvio Cogno is misschien wel de grootste ambassadeur ervan. Zijn Barolo Riserva Vigna Elena – genoemd naar zijn dochter – is een puur voorbeeld van Rosé: delicaat, complex en buitengewoon charmant.
Je vindt deze wijn trouwens ook in mijn assortiment – ontdek hem hier.

Toen ik Valter vorig jaar in oktober bezocht, was het precies de dag dat hij na een intens natte maand eindelijk zijn Nebbiolo kon oogsten. Tussen de rijen, nog vol glinsterend van het regenwater, sprak hij over zijn trots voor Rosé en tegelijk zijn voorzichtigheid, want hij kent de fragiele kant van dit biotype als geen ander.

Toch heeft Rosé zijn uitdagingen. Volgens Anna Schneider, internationaal gerenommeerd druivengeneticus en jarenlang verbonden aan het onderzoeksinstituut CREA – Viticoltura ed Enologia in Asti, is Rosé genetisch gezien zelfs geen echt Nebbiolo-biotype.

Schneider is een autoriteit op het gebied van ampelografie (de studie van druivenrassen en hun genetica) en speelde een sleutelrol in het in kaart brengen van de diversiteit binnen Nebbiolo.

Tijdens mijn opleiding tot Langhe Wine Ambassador had ik het voorrecht om van haar persoonlijk les te krijgen, een unieke kans om rechtstreeks inzichten te krijgen van iemand die letterlijk mee de genetische identiteit van deze druif heeft bepaald.

Anna Schneider

Rosé’s charme gaat hand in hand met zijn kwetsbaarheid: lagere zuren, zachtere tannines, hoger alcohol en minder geschiktheid voor extreem warme jaren. Hoewel de latere rijping helpt om aroma’s te behouden, verminderen sommige wijnmakers (zoals Luca Sandrone) het aandeel Rosé in hun wijngaarden.

Lampia – de stille kracht

Als Michèt de skinny jeans is en Rosé de wijd uitlopende Y2K-broek, dan is Lampia de Levi’s 501 van de Nebbiolo-biotypen: tijdloos, betrouwbaar en breed inzetbaar. Ampelografisch wordt Lampia vaak gezien als de ‘oer-Nebbiolo’, waaruit de andere biotypen zijn voortgekomen.

Lampia staat bekend om zijn finesse, balans en aanpassingsvermogen. Losse trossen maken hem minder vatbaar voor rot, en hij past zich beter aan aan variabele klimaatomstandigheden dan Michèt of Rosé. Niet gek dat steeds meer producenten, zoals Piera Rinaldi, hun nieuwe aanplant bijna volledig op Lampia baseren.

Picotener – alpiene elegantie in de Langhe

De klimaatverandering stimuleert experimenten met biotypen buiten de klassieke drie. Zo bracht Enrico Serafino onlangs de eerste Langhe Nebbiolo op de markt die volledig van Picotener is gemaakt. Dit biotype komt traditioneel uit Valle d’Aosta en staat bekend om zijn lage opbrengst, hoge aromatische intensiteit, resistentie tegen extreme weersomstandigheden en diepe kleur.

Picotener is een interessante kandidaat voor de toekomst: hij combineert elegantie met structuur en lijkt bestand tegen de warmere zomers waar de Langhe steeds vaker mee te maken krijgt.

Nebbiolo Biotypes

Massale selectie – biodiversiteit terug in de wijngaard

Hoewel klonale selectie de norm blijft vanwege voorspelbare opbrengsten en ziektebestrijding, kiezen sommige wijnmakers weer voor massale selectie: herplanten met stekken van hun beste bestaande stokken, vaak van meerdere biotypen.

Bijvoorbeeld: F. Rinaldi herplantte Brunate en Cannubi volledig met Lampia via massale selectie, terwijl Paolo Scavino in Bussia juist een grote diversiteit aan klonen aantrof, waarvan sommige vermoedelijk uit Valle d’Aosta of Valtellina kwamen. Door selectie op basis van druifkwaliteit (en niet alleen biotype) ontstond een mix met intense geur én frisse zuren.

Nebbiolo Biotype

Conclusie

Biotypen klinken misschien als een onderwerp voor wijnnerds die graag met een loep door de wijngaard kruipen — maar ze vertellen in feite het verhaal van Barolo’s ziel. Ze laten zien hoe één druif, Nebbiolo, in verschillende gedaanten kan spreken: soms krachtig en donker als Michèt, soms verfijnd en poëtisch als Rosé, soms betrouwbaar en uitgebalanceerd als Lampia, en soms verrassend fris en alpien als Picotener.

Voor mij als Langhe Wine Ambassador is het fascinerend om te zien hoe wijnmakers voortdurend balanceren tussen respect voor traditie en slimme aanpassingen aan de toekomst.
Een biotype kiezen is geen modegril, maar een strategische beslissing die decennia vooruit moet kijken. Toch zit er ook een beetje romantiek in: het gevoel dat elke stok een eigen persoonlijkheid heeft, en dat de wijnmaker daar een gesprek mee voert.

En als je er te diep in duikt, loop je het risico dat je, net als ik, op een regenachtige herfstdag in de wijngaarden van Valter Fissore staat te discussiëren over trosdichtheid en klimaat, terwijl je eigenlijk gewoon zou kunnen zeggen: “Valter, deze druiven zien er geweldig uit — laten we proeven wat ze geworden zijn.”

Dat is misschien wel het mooiste aan Nebbiolo-biotypen: hoe technisch het verhaal ook is, op het einde van de dag gaat het om de magie die je proeft in je glas.
Enjoy!

Nebbiolo Biotype

Bronnen:
– Sarah Heller MW, Decanter, 8 augustus 2025
– Cursusmateriaal Langhe Wine Ambassador, Level II

Reageer via je Facebook-account

Je reactie is pas zichtbaar op Facebook als je "Ook op Facebook plaatsen" aanvinkt.